Ondanks dat mijn expositie bij de business club Zuyderzee niet vrij toegankelijk was, hierbij toch een verhaaltje. Het was er erg gezellig.
Whisky Johnny
Vanochtend las ik in de krant dat we de koudste oktober dagen sinds 23 jaar hebben gehad. In mijn vorige verhaal “Het verkeerde gat” schrijf ik dat we met onze barre tocht van de afgelopen dagen een warmmakertje hadden verdiend. Dat het hier om whisky ging had ik nog niet vermeld. Maar voor dit soort gelegenheden is er altijd wel een fles aan boord. Nu ik er ook nog een liedje over heb gezongen is het wel handig om uit te leggen dat ik toch niet alcohol verslaafd ben.
Onlangs werd mij gevraagd of ik het leuk zou vinden om bij de business club Zuyderzee te exposeren. Toen ik hoorde dat we hier op een avond ook met ons shanty koor zouden optreden, was ik gelijk enthousiast.
Het is inmiddels zes jaar geleden dat ik mijn eerste expositie bij de Trappenberg (kunstroute Louette Fontijn) mocht houden. De opening werd door de wethouder van cultuur en onder begeleiding van ons voltallige shantykoor gedaan. Wat was ik trots, die dag zal ik nooit vergeten. Inmiddels ben ik achttien exposities verder en heb ik meer dan honderd schilderijen en tekeningen gemaakt.
Ook deze avond zou voor mij een primeur worden, want nog nooit eerder had ik een liedje solo gezongen tijdens een optreden. Onze dirigent is zelf een troubadour en houdt dan ook wel van een beetje toneel bij de liedjes. Ik had al enige tijd twee solo liedjes op het repertoire staan maar deze werden op het koor niet veel gerepeteerd.
Het liedje “Jean Francois de Nantes” moest ik zingen omdat ik de Franse taal redelijk beheers. Shantys kunnen nog wel eens wat schunnig zijn en bij dit liedje was dit zeker het geval. Ik heb het koor toen uitgelegd waar het over ging en dat er ook gezongen moest worden dat de losbandige matroos een druiper opliep waardoor zijn lid zal worden afgesneden. Alhoewel de dirigent tijdens de repetities mij diverse keren heeft aangespoord dit uit te beelden ontbrak mij de inspiratie hiervoor. Gelukkig zal dit lied uit het repertoire worden geschrapt.
Met Whisky Johnny is het een ander verhaal. Ik ben geen Joe Cocker en kan zijn rauwe stem niet evenaren. Maar met kleding, een wat geforceerde stem en een slokje op moest het deze keer toch lukken.
Het slokje op was geen probleem. Er werd diezelfde avond een presentatie over de kunst van het bierbrouwen gegeven en ik had al zes verschillende soorten bier moeten proeven. Mijn vrouw was mee en zou deze avond de Bob zijn.
Ik had afgelopen week een literfles whisky gekocht. Dit keer ging het niet om de smaak of kwaliteit maar om de vorm van de fles. Zo kon ik de tekst van het liedje er achterop plakken om zodoende mijn geheugen wat op te frissen.
De akoestiek in het gebouw was slecht. Het plafond te laag en ik kreeg dan ook het advies om met microfoon te zingen. Met in de ene hand de microfoon en in de andere de whiskyfles begon ik mijn zeemanslied. Halverwege het lied werd ik door de dirigent geïnterrumpeerd. Ik had de microfoon te dicht bij mijn mond en hij vond het nu wel tijd dat ik een extra slok van die lekkere whisky zou nemen. Toen ik dit simuleerde door te drinken met de dop nog op de fles, kreeg ik commentaar. De dop moest van de fles want anders was het niet echt. Ik heb toen maar bekend dat ik de whiskyfles met koude thee had gevuld. Een homerisch gelag was het gevolg.
Nu is koude thee niet mijn lievelingsdrank maar ik drink dit toch liever dan een halve fles whisky. Noem mij voortaan maar weer gewoon Henk in plaats van Whisky Johnny.