Onlangs heb ik een drietal bekende schilderijen vervalst. De meesters waren groot, maar zijn ook al jaren dood. Gelukkig ben ik geen goede vervalser en ik zou dit ook nooit willen zijn.
Op de Gooise Academie voor beeldende kunst kregen we deze keer een leuke opdracht.
“ Maak een eigen interpretatie van een door jou geliefd schilderij”
Alhoewel er veel schilderijen zijn waar ik van hou was de keuze toch snel gemaakt.
Ik begon met de kaartspelers van Paul Cézanne.
Tussen 1893 en 1896 heeft Cézanne maar liefst vijf versies van de kaartspelers gemaakt. Mijn keuze viel op de donkere versie. De kleuren hiervan spreken mij het meest aan.
Ik had dit schilderij al een keer nageschilderd maar vond het nu leuk om een grotere versie te maken en het om te dopen tot de gamers.
Op de schilderijen van Cézanne is weinig van de kroeg te zien. Ik heb zijn spelers in een andere ambiance neergezet. Door de lamp die nu boven de tafel hangt moest de lichtval ook worden aangepast. Vooral de jas van de linker speler heb ik lichter gemaakt, maar ook de rook uit de pijp is aangepast. Door lichtval uit het raam heeft de hoed van de andere speler weer meer kleur gekregen.
Na een bezoek aan de expositie “Jongkind en vrienden” raakte ik weer helemaal in de ban van deze Nederlandse schilder. In 1846 vertrok hij met een toelage van de toenmalige koning der Nederlanden naar Parijs. Hij maakte daar veel schildervrienden. Monet vertelde zelfs dat Jongkind hem de kunst van het kijken had geleerd. De schilderijen van boten in het Nederlandse landschap die Jongkind maakte waren zeer gewild in Frankrijk. Het geld dat hij hiermee verdiende vloeide in de vorm van drank rijkelijk zijn keel in. Hij raakte zo aan lager wal dat hij zonder een cent op zak weer naar Nederland terug moest. Zijn Franse schildervrienden misten hem en organiseerden een veiling om hun werk te verkopen. De opbrengst was bedoeld om hun grote voorbeeld en vriend weer naar Parijs terug te halen. In 1860 reisde één van zijn schildervrienden hiervoor naar Rotterdam. Dat was maar goed ook, want zonder hem was hij zeker in een van de vele kroegen die hij op zijn terugtocht tegen kwam blijven steken.
Ik heb van zijn schilderij “Le Rivière le Merwede, Hollande – Bateaux sur la Meuse à Dordrecht” maar een klein stukje gestolen.
Mijn schilderij heb ik “Knipoog naar de tijd” genoemd.
Een waterscooter spuit op volle snelheid langs het schip dat Jongkind in 1870 heeft geschilderd. Als zeiler heb ik een vreselijke hekel aan deze snelheidsduivels die de rust op het water verstoren. Ik vind het een kenmerk van onze tijd waarin alles snel moet en we niet meer zonder onze mobieltjes en internet kunnen.
Ik kon niet meer stoppen met schilderen. Er moest nog een derde schilderij komen. Ik had nog maar een week voordat de expositie bij de Gooise academie begon.
Deze keer viel mijn keuze op Monet, want bij het zien van zijn impressionistisch werk krijg ik altijd weer de schilderkriebels.
Het idee van zijn schilderij Coquelicots (klaprozen) heb ik al eerder gebruikt met mijn schilderij “klaprozen plukken”.Hij schilderde hier zijn vrouw en zoon in een veld met klaprozen. Ik had mijn beide kinderen bij het plukken van klaprozen geschilderd.
Nu heb ik het schilderij van Monet gebruikt en mijn dochter er al klaprozen plukkend aan toegevoegd. Het was heerlijk om te doen.
De expositie werd een groot succes en mijn schildervrienden en ik werden uitgenodigd voor een nieuwe expositie in het Raadhuis van Hilversum. Ik heb er volop van genoten en ben de beroemde meesters dankbaar dat ik stukjes van hun mooie werken mocht gebruiken.
Ik voel me geen vervalser want ik heb in ieder schilderij mijn ziel gelegd. Volgens de regels mag, als de kunstenaar minimaal zeventig jaar dood is, zijn werk worden gekopieerd. Geen zorg dus over het copyright. Maar laat ik niet merken dat mijn werk wordt gekopieerd (al zou ik er stiekem best trots op zijn als dat gebeurde).
Ik ben nog geen zeventig en ook nog niet dood of beroemd.
Laten we het maar zo houden en laat mij maar gewoon lekker schilderen.