Eind 2023 heeft Storm met de expositie Paint meets Pixels samen met twee van zijn cursisten laten zien hoe de digitale pixels het traditionele schilderen kunnen ondersteunen.
Er waren zowel digitale werken als schilderijen die digitaal waren voorbereid, maar traditioneel geschilderd ten toon gesteld. Op een beeldscherm draaide continue een filmpje met uitleg over deze manier van schilderen. Bij  sommige schilderijen maakte zelfs een animatie deel uit van het geëxposeerde werk.

Op een beeldscherm draaide continue een filmpje met uitleg over de expositie

Hierboven het filmpje met uitleg dat continu tijdens de expositie draaide.

De opening werd druk bezocht en natuurlijk mocht een bosje bloemen niet ontbreken.

Onderstaande catalogus werd door één van de cursisten met het programma Procreate gemaakt.

Op doorreis naar onze vakantiebestemming in Zuid Frankrijk hadden we ons een paar dagen in een oud klooster in Rouen genesteld. Het appartement wat we daar hadden, was prachtig en luxe.
Maar wat we niet wisten, was dat we 82 treden moesten beklimmen om de voordeur te bereiken.
Mijn echtgenote (met een zere knie) en onze vorige hond (met artrose) vonden dit niet leuk.
Dus erop uitgaan was geen dagelijkse optie, maar voor mij reden genoeg om een aantal schilderijen te maken. Maar toen ik de prachtige kathedraal van Rouen zag en het winkeltje van waaruit Monet de kathedraal diverse keren heeft geschilderd, zakte mij de moed weer in de schoenen.

In dit winkeltje heb ik toen maar een alpinopet gekocht om toch nog een beetje op een schilder te lijken.
Een indruk van het luxe abonnement
De prachtige kathedraal van Rouen die Monet diverse keren heeft geschilderd.
Dit schilderij heb ik gemaakt vanuit een klein raampje boven in het Klooster
De laatste 10 treden tot aan de voordeur van ons appartement. Ik heb ze ook maar eens in acryl vastgelegd.

Toen de nieuwbouw van het theater van Singer in Laren in volle gang was, werd ik geïnspireerd door de pracht van hopen zand in combinatie met de mooie gebouwen die de familie Singer destijds heeft bewoond. Ik kwam op het idee om er schilderijen van te maken en die aan Singer aan te bieden. Maar helaas kwam ik  te laat met dit idee en had een schilderechtpaar al een overeenkomst met de directie van Singer afgesloten.

Gelukkig kon ik mijn serie, tijdens de opening, wel in het ’t Bonte paard exposeren en werd hieraan door de pers ook de nodige aandacht  besteed.

 

 

Toen ik na ruim 50 jaar, door omstandigheden, mijn boot moest verkopen heb ik dat flink van mij afgeschilderd en geschreven. Er kwam een verhaal in het clubblad van de Dehlerclub, een artikel bij Stichting Gooierhaven en een stukje in de Gooi en Eemlander.

Dag boot

Gisteren hebben we onze zeilboot definitief in de verkoop gezet. Na vijftig jaar zeilen is dat een zware beslissing geweest. Door corona is de markt voor tweedehands zeilboten sterk aangetrokken en in onze situatie zou het dom zijn hierop niet te anticiperen.
Eén van de vele verkoopargumenten die ik heb bedacht, zijn de prachtig hagelwitte zeilen van ons geliefde schip. Het feit dat je door zoiets moois op natuurlijke wijze voort wordt bewogen, heeft mij altijd al geboeid.

De laatste jaren maakten wij veel te weinig gebruik van onze prachtige boot. Hij begon steeds meer op een vakantiehuisje te lijken, terwijl ik dit vroeger juist verafschuwde.
Een zeilboot is om mee te zeilen en als we soms een paar dagen in een haven lagen kreeg ik alweer de kriebels en moest er gezeild worden. Vrouw en kinderen waren het hier niet altijd mee eens, maar wat hebben we een heerlijke tijd gekend met ons allen op de boot.
Maar de kinderen zijn inmiddels uitgevlogen en de gezondheid van Alice maakte het niet meer mogelijk om langere tochten te gaan maken. Ook onze hond, die altijd al een hekel aan zeilen heeft gehad, speelt hierbij een rol. Zijn poten zijn stram en het kost hem steeds meer moeite om aan boord te komen. We moesten hem het laatste jaar met koekjes naar de boot toe lokken en steeds uit logeren gaan is voor hem ook geen optie meer.
Ons geliefde schip werd hierdoor voor mij steeds meer een last dan een pleziervaartuig. Het vele werk aan onderhoud en de financiële lasten staan niet meer in verhouding tot het aantal zeiluren. Afgelopen jaar hebben we maar één keer kunnen zeilen en voor dit jaar ziet dit beeld er al niet veel beter uit.

Toen ik na veel wikken en wegen eindelijk de makelaar belde, kreeg ik geen gehoor. Ik kon er niet toe komen om iets op het antwoordapparaat in te spreken en dacht: ‘Klaar is Kees, ik heb mijn best gedaan’.
Maar helaas, hij belde terug. De makelaar, die ik nog ken vanuit de periode dat onze boot in Lelystad lag, gaf aan veel belangstelling voor de boot te hebben. Met de gedachte dat onze boot dan nog lekker op ons mooie plekje in Enkhuizen kon blijven liggen, heb ik hem in Enkhuizen uitgenodigd. Het gesprek verliep goed, hij vond de boot erg mooi en de prijs die ik in mijn hoofd had kwam overeen met zijn idee. Alleen de boot moest wel naar de verkoophaven in Lelystad. Dat was weer even slikken, maar wie A zegt moet ook B zeggen.

Met hulp van onze kinderen hebben we gepoetst en geschrobd en is de boot naar Lelystad gezeild. Ons huis ligt vol spullen en de boot is leeg, maar we hebben nu gelukkig wel twee kaasschaven en kurkentrekkers.Het woei gisteren knetterhard en de boot lag in zijn verkoopbox te steigeren. Net alsof hij ons wilde vertellen dat hij het met deze zo snel genomen beslissing niet eens is.
Nog geen anderhalve week geleden kwamen we op het idee dat het juist nu het moment zou zijn om hem te gaan verkopen. Heel Nederland overweegt om in eigen land op vakantie te gaan en wat is mooier dan ons eigen waterrijke land?

Over zeilen gesproken, komende week ga ik ons terras in de achtertuin verbouwen.
We hebben een grote zweefparasol gekocht voor boven de loungeset. Als ik dan lui liggend op de bank wegdroom, zie ik vast mijn zweefparasol aan voor hagelwitte zeilen tegen een prachtige wolkenlucht.
Nee, er is behalve zeilen gelukkig nog meer dan genoeg te doen, zoals lekker genieten van ons prachtige land waarvan we tot nog toe alleen het water en de havenplaatsjes goed kennen.

Henk Storm                                                                                                                                                                                                               juni 2020

 

Vervalser of niet?

Onlangs heb ik een drietal bekende schilderijen vervalst. De meesters waren groot, maar zijn ook al jaren dood. Gelukkig ben ik geen goede vervalser en ik zou dit ook nooit willen zijn

Ik vond het wel leuk om nu eens schilderijen van de meesters na te schilderen, maar dan met een linkje naar de tijd waarin we nu leven.

Mijn eerste keuze viel op het schilderij ‘De kaartspelers’ van Paul Cézanne

Tussen 1893 en 1896 heeft Cézanne maar liefst vijf versies van de kaartspelers gemaakt.  Mijn keuze viel op de donkere versie. De kleuren hiervan spreken mij het meest aan. Ik had dit schilderij al een keer nageschilderd maar vond het nu leuk om een grotere versie te maken en het om te dopen tot de gamers. Op de schilderijen van Cézanne is weinig van de kroeg te zien. Ik heb zijn spelers in een andere ambiance neergezet. Door de lamp die nu boven de tafel hangt moest de lichtval ook worden aangepast. Vooral de jas van de linker speler heb ik lichter gemaakt, maar ook de rook uit de pijp is aangepast. Door lichtval uit het raam heeft de hoed van de andere speler weer meer kleur gekregen.

In 2011 werd dit schilderij van Cézanne verkocht voor $ 250 miljoen. Maar gelukkig had ik ook een meevaller want mijn versie mocht een tijdlang hangen tijdens een expositie in Novotel Schiphol.

Ook Jongkind is één van mijn favoriete schilders

Na een bezoek aan de expositie “Jongkind en vrienden” raakte ik weer helemaal in de ban van deze Nederlandse schilder. In 1846 vertrok hij met een toelage van de toenmalige koning der Nederlanden naar Parijs. Hij maakte daar veel schildervrienden. Monet vertelde zelfs dat Jongkind hem de kunst van het kijken had geleerd. De schilderijen van boten in het Nederlandse landschap die Jongkind maakte waren zeer gewild in Frankrijk. Het geld dat hij hiermee verdiende vloeide in de vorm van drank rijkelijk zijn keel in. Hij raakte zo aan lager wal dat hij zonder een cent op zak weer naar Nederland terug moest. Zijn Franse schildervrienden misten hem en organiseerden een veiling om hun werk te verkopen. De opbrengst was bedoeld om hun grote voorbeeld en vriend weer naar Parijs terug te halen. In 1860 reisde één van zijn schildervrienden hiervoor naar Rotterdam. Dat was maar goed ook, want zonder hem was hij zeker in een van de vele kroegen die hij op zijn terugtocht tegen kwam blijven steken.

Ik heb van zijn schilderij “Le Rivière le Merwede, Hollande – Bateaux sur la Meuse à Dordrecht” maar een klein stukje gestolen. Mijn schilderij heb ik “Knipoog naar de tijd” genoemd. Een waterscooter spuit op volle snelheid langs het schip dat Jongkind in 1870 heeft geschilderd. Als zeiler heb ik een vreselijke hekel aan deze snelheidsduivels die de rust op het water verstoren. Ik vind het een kenmerk van onze tijd waarin alles snel moet en we niet meer zonder onze mobieltjes en internet kunnen

Coquelicots (klaprozen) van Monet

Ik kon niet meer stoppen met schilderen. Er moest nog een derde schilderij komen. Ik had nog maar een week voordat de expositie bij de Gooise academie begon. 

Deze keer viel mijn keuze op Monet, want bij het zien van zijn impressionistisch werk krijg ik altijd weer de schilderkriebels. Het idee van zijn schilderij  Coquelicots (klaprozen) heb ik al eerder gebruikt met mijn schilderij “klaprozen plukken” . In coquelicots schilderde Monet zijn vrouw en zoon in een veld met klaprozen. Ik had mijn beide kinderen bij het plukken van klaprozen geschilderd toen wij op vakantie in Zuid Frankrijk waren.

In de onderste versie heb ik het schilderij van Monet nageschilder met op de voorgrond weer mijn dochter die, net als de zoon van Monet, klaprozen plukt.

De expositie werd een groot succes en mijn schildervrienden en ik werden uitgenodigd voor een nieuwe expositie in het Raadhuis van Hilversum. Ik heb er volop van genoten en ben de beroemde meesters dankbaar dat ik stukjes van hun mooie werken mocht gebruiken. 

Ik voel me geen vervalser want ik heb in ieder schilderij mijn ziel gelegd. Volgens de regels mag, als de kunstenaar minimaal zeventig jaar dood is, zijn werk worden gekopieerd. Geen zorg dus over het copyright. Maar laat ik niet merken dat mijn werk wordt gekopieerd (al zou ik er stiekem best trots op zijn als dat gebeurde). 

Laten we het maar zo houden en laat mij maar gewoon lekker schilderen.

Het is al weer jaren geleden dat ik dit verhaal heb geschreven. Het lokaal waar ik over schrijf, bestaat al lang niet meer en de lieve buurvrouw die naast me stond te tekenen, is helaas op veel te jonge leeftijd overleden.

De glazenwasser

Afgelopen week werd ik op de kunstacademie geconfronteerd met een model. Het was
voor mij niet helemaal de eerste keer, maar toch was het wel even wennen toen een onbekende vrouw het lokaal binnenkwam en gelijk al haar kleren uittrok. Het was een jonge vrouw die duidelijk ervaring in het poseren had en naar mijn idee trots kon zijn op de mooie welvingen van haar lichaam.

Het lokaal, waar wij les hebben, is sterk verouderd en rammelt letterlijk aan alle kanten.
Ook met de verwarming is het niet zo goed gesteld. Met twee oude gaskachels moet de tochtige ruimte ’s ochtends op temperatuur worden gebracht en dat duurt dan wel even.
Gelukkig was er voor het model wel een extra elektrische ventilatorkachel geregeld, maar aan de kleur van haar huid kon ik zien dat ze het niet echt warm had. Ik had deze keer mijn verf- en schilderattributen thuisgelaten en was van plan alleen met houtskool aan de slag te gaan, dus de huidskleur deed er niet zo toe. Het lokaal is voorzien van veel ramen en heeft zelfs dakramen, wat onze schildertalenten alleen maar ten goede komt. Nu heb ik in de jaren dat ik in dit lokaal lessen volg nog nooit een glazenwasser gezien en zeker met het daglicht vanuit de dakramen was het de laatste tijd slecht gesteld. Omdat wij ons model nog wel wat privacy wilden geven en de andere cursisten geen blik op onze schone jonkvrouw gunden, hebben we alle gordijnen dichtgedaan.

De opdracht was om in zeer korte tijd het model te tekenen. We kregen hier gemiddeld maar acht tot tien minuten voor. Het model nam elke keer weer een andere pose aan en dan konden we weer helemaal opnieuw beginnen. Ik voel me meer een schilder en speel liever met alle mogelijke kleurcontrasten dan dat ik in detail een tekening opzet. Ik was dus bang dat ik met alle vormen en verhoudingen van het menselijk lichaam de mist in zou gaan. Aan het einde van iedere les worden alle werken altijd besproken en deze keer zag ik hier erg tegen op. Tot mijn eigen verbazing viel het best mee en waren mijn tekeningen niet slecht.

Omdat ons model dus vele standjes aannam en het lijnenspel van haar lichaam mij tot
uiterste concentratie dwong, had ik niet zo snel in de gaten wat er zich achter mijn rug
afspeelde. Ik zat net in de knoop met het probleem hoe in zittende houding met haar benen gekruist de onderkant van haar dijbeen een contrast moest gaan vormen met de badjas, die ze ditmaal over de leuning van haar stoel had gedrapeerd.

Mijn buurvrouw vloekte zachtjes dat ze gek werd van al die plooien van die stomme badjas. Hierdoor schrok ik wakker en hoorde achter mij het geluid van een krassende wisser over glas. Toen ik mij omdraaide keek ik in de glanzende ogen van een glazenwasser, die door het spleetje tussen het gordijn stond mee te genieten en niet alleen van mijn prachtige tekening.

Volgende week krijgen we een ander model en, zoals ik heb begrepen, nu meer in de stijl van Rubens. Ik ben benieuwd of het me dan ook weer gaat lukken om mooie tekeningen te maken.